NOW 2

NOW 2.0
Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid 2.0

De NOW wordt verlengd, niet met drie maanden zoals oorspronkelijk was voorzien, maar met vier maanden. Het gaat daarbij dan om een tegemoetkoming in de loonkosten over de maanden juni-september 2020, aansluitend op de maanden maart-mei 2020 waarop de eerste periode betrekking had.

Had de eerste periode van de NOW ten doel om de werkgelegenheid te behouden van de werknemers die bij de ondersteunde werkgever in dienst zijn, de tweede periode heeft een gewijzigd doel. Nu gaat het om het ondersteunen van de werkgevers in het proces van aanpassing aan de nieuwe realiteit die inmiddels is ontstaan.

Vanaf 6 juli 2020 kunnen aanvragen voor de tegemoetkoming in de loonkosten over de maanden juni-september 2020 worden ingediend. Het indienen van een aanvraag is mogelijk voor zowel werkgevers die tijdens de eerste periode van de NOW al een aanvraag hebben gedaan, als voor werkgevers die tijdens de tweede periode voor het eerst een beroep doen op de NOW.

Net als tijdens de eerste periode van de NOW is de werkgever verplicht tot doorbetaling van 100% van het loon, maar het andere karakter van de NOW (gelegenheid bieden om aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden) brengt met zich mee dat de werkgever nu ook een inspanningsverplichting heeft om zijn werknemers te stimuleren tot bij- of omscholing.

Als een werkgever of concern een subsidiebedrag heeft ontvangen waarvoor een accountantsverklaring vereist is, geldt voor de werkgever of het concern de verplichting om over 2020 (over 2019 mag wel) geen dividend uit te keren en geen bonussen te betalen aan de directie en het bestuur (overig personeel mag wel) en om tot en met de aandeelhoudersvergadering waarin de jaarrekening van 2020 wordt vastgesteld, geen eigen aandelen in te kopen.

Nog steeds wordt een tegemoetkoming in de loonkosten gegeven van 90% van de loonsom (bij volledig omzetverlies) en op basis van het verwachte omzetverlies.

Nog steeds is een minimaal omzetverlies van 20% vereist om voor de tegemoetkoming in de loonkosten in aanmerking te komen.

De omzetdaling wordt dit keer berekend over een periode van vier maanden, die naar keuze van de werkgever kan starten op 1 juni, 1 juli of 1 augustus. Indien tijdens de eerste periode ook een beroep op de NOW is gedaan, moet de gekozen periode van omzetdaling echter aansluiten bij de eerder gekozen periode.

Bij wijze van gedeeltelijke tegemoetkoming van werkgevers in (andere) vaste lasten dan de loonkosten, wordt de forfaitaire opslag van 30% (die zag op werkgeverslasten) verhoogd naar 40%.

Het te verlenen voorschot is nog steeds 80%.

De subsidie wordt betaald in twee termijnen.

De subsidie wordt berekend op basis van viermaal de loonsom over de maand maart 2020. Daarbij wordt uitgegaan van de gegevens die van de werkgever zijn ontvangen in het kader van de aangiften loonheffing, waarbij alleen rekening wordt gehouden met gegevens die uiterlijk op 15 mei 2020 bij de belastingdienst bekend zijn geworden.

Net als tijdens de eerste periode van de NOW wordt de subsidie achteraf definitief vastgesteld aan de hand van het daadwerkelijke omzetverlies.

De aanvraag voor de vaststelling van de subsidie van de eerste periode van de NOW kan pas worden ingediend na afloop van de tweede periode van de NOW.

Subsidies tellen ook nu weer mee als omzet. Daarbij wordt in het bijzonder ook gewezen op de nieuwe tegemoetkoming vaste lasten: een tegemoetkoming van maximaal € 50.000 in vier maanden, bedoeld voor ondernemers in de meest getroffen sectoren die een omzetverlies hebben van tenminste 30%. Deze tegemoetkoming geldt dus als omzet in de zin van de NOW.

Indien achteraf wordt vastgesteld dat de loonsom over de maanden juni-september 2020 lager is dan viermaal de loonsom over de maand maart 2020, wordt de subsidie ook nu weer lager vastgesteld.

De hoogte van de verlaging van de subsidie die plaatsvindt als tijdens de subsidieperiode (van 1 juni 2020 tot en met 31 augustus 2020) een aanvraag is ingediend voor ontslag op bedrijfseconomische gronden is niet langer 150% (de ‘ontslagboete’) maar 100%. Bij een tijdens de subsidieperiode ingediende ontslagaanvraag op bedrijfseconomische gronden voor twintig werknemers of meer (in welk geval de Wet melding collectief ontslag van toepassing is), wordt de subsidie echter wel met 5% verlaagd, maar die verlaging blijft dan weer achterwege: 13 - als over de ontslagaanvraag een akkoord met de vakbonden (of bij gebreke daarvan: personeelsvertegenwoordiging) is bereikt; - of bij gebreke daarvan: als een aanvraag voor mediation is ingediend bij een nog in te richten commissie van Stichting van de Arbeid.

Als de Wet melding collectief ontslag van toepassing is, is de werkgever verder verplicht om bij de aanvraag van de subsidie te verklaren dat over een voorgenomen ontslag gedurende vier weken overleg met vakbonden wordt gepleegd en dat de ontslagaanvraag niet eerder zal worden ingediend dan vier weken na de melding van het voorgenomen collectief ontslag aan de vakbonden.

10 juni 2020

mr. A.L. (Annette) Wolters-van Soest
Advocaat specialist arbeidsrecht en ontslagrecht
Cum laude Grotius Arbeidsrecht
Advocatenkantoor Wolters

www.advocatenkantoorwolters.nl



Maatregelen van de overheid in het kader van het nieuwe coronavirus (COVID-19) in Nederland